


Offscreen: het festival van het ongewone
Het nieuwe filmfestival Offscreen in Cinema Nova toont heel ongewone films. Zo was er op de eerste editie van het festival een reeks films over “freaks” te zien.
Een ongewone cinema
Op festivals van de fantastische film worden er steevast enkele bizarre films geprogrammeerd. De middernachtvertoningen zijn niet voor kinderen op zoek naar popcornontspanning. Je moet een sterke maag hebben en niet vlug gechoqueerd zijn. Nu is er in Brussel het nieuwe filmfestival Offscreen, dat zich in dergelijke provocerende films specialiseert.
Cinema Nova te Brussel is zonder twijfel de geschikte locatie voor een dergelijk festival. De eerste keer dat je er binnenkomt, is het even schrikken: is dit een cinemazaal? Je vraagt je af of je wel op het juiste adres bent. Het gebouw oogt alsof er net een afbraakploeg gepasseerd is die de muurbekleding gesloopt heeft: er is geen verf op de muren en er is geen behangpapier. Klassiek is de anekdote van de gast die bezorgd vraagt of de zaal wel tijdig in orde zal zijn.
Volgens initiatiefnemer Dirk Van Extergem is “het ongewone” de rode draad in Offscreen. Dit levert een reeks vreemde, choquerende, politiek niet-correcte films op. Het programma van de eerste editie bestond uit vijf luiken. Vooreerst waren er “eerste vertoningen”. Dit zijn films die geen kans in de gewone cinema kregen. De openingsfilm ‘The Island’ van Pavel Lounguine valt in deze categorie. In ‘The Island’ wordt een man die onder een verpletterend schuldgevoel gebukt gaat, abt van een Russisch-orthodox klooster op een eiland. De bevolking uit de omgeving gelooft dat hij wonderlijke gaven bezit, maar zijn medekloosterlingen geloven daar niet in en storen zich aan zijn excentrieke gedrag.
De tweede sectie was een hommage aan Jack Hill (1933), de grondlegger van de “blaxploitation” met ‘Foxy Brown’, ‘Coffy’,…. Het exploitatiegenre slaat op goedkope B-films met veel aandacht voor sensatie terwijl het verhaal bijkomstig is. In blaxploitation zijn de hoofdrollen voor zwarten voorbehouden en richt de maker zich op een zwart publiek. En zo ontstaan er films als ‘Blacula’ over een zwarte Dracula! Quentin Tarantino spreekt vol lof over Jack Hill en haalde bij hem zijn inspiratie voor ‘Jackie Brown’ en ‘Kill Bill’.
In de derde categorie "manimals" stond de liefde voor dieren in al zijn vormen centraal: de eenzame mens die enkel bij zijn hond of kat troost vindt, maar ook de documentaire ‘Zoo’ over een man, gestorven na bestialiteiten. Om de films van het vierde luik te zien, moest je een ouderwets 3D-brilletje opzetten. ‘Creature From The Black Lagoon’ (1954, Jack Arnold), ‘The Mask’ (1961, Julien Roffman), ‘House Of Wax’ (1953, André De Toth) en andere 3D-films werden uit de oude doos gehaald. De vijfde reeks over freaks ten slotte was de categorie die mijn nieuwsgierigheid wekte.
Rariteitenkabinet
Wanneer er over freakshows wordt gesproken, valt al snel de naam van Tod Browning (1880 – 1962). Hij verfilmde ‘Freaks’, de moeder van alle freakfilms, al was het niet de allereerste film rond dat thema. De regisseur was getrouwd met een danseres van een rondreizend gezelschap, zodat hij zijn weg in de circus- en varietéwereld kende. ‘Freaks’ (1932) was zo controversieel dat Browning later nooit meer een film heeft geregisseerd. De film was in Groot-Brittannië dertig jaar verboden. Het Filmmuseum bracht een retrospectieve rond Tod Browning. Dit was de kans om ‘The Unknown’ (1927), de voorloper van ‘Freaks’, of de allereerste ‘Dracula’ uit 1931 met Bela Lugosi te zien.
Leuk was ook ‘Auch Zwerge Haben Klein Angefangen’ uit (Ook Dwergen Zijn Klein Begonnen). Dit is een van de eerste films van Werner Herzog. In deze zwart-wit prent uit 1970 zijn alle acteurs dwergen. De inwoners van een verbeteringsgesticht komen in opstand tegen hun directeur, ook een dwerg, en nemen de macht over. Dan komt hun boosaardigheid naar boven. Het verhaal evolueert alsof Buñuel de regie voerde. Het publiek lacht wat gegeneerd met de grollen van de misvormde acteurs, die zelf heel wat aflachen. Een van hen wordt door de directeur gegijzeld en houdt er de hele tijd een sardonische lach op na.
Bang Bang of de zingende Siamese tweeling
‘Brothers Of The Head’ was de beste film van het festival. De regisseurs van deze bijzondere film zijn de makers Keith Fulton en Louis Pepe van ‘Lost In La Mancha’ over de mislukte verfilming van Don Quichot door Terry Gilliam (een aanrader!). De niets vermoedende toeschouwer denkt dat hij naar een documentaire over Tom en Barry Howe kijkt. Een ogenschijnlijk tragisch verhaal van twee broers, die aan hun buik met elkaar vergroeid zijn. Hun vader verkoopt hen aan een manager om zo hun financiële toekomst veilig te stellen. Impresario Zak Bedderwick wil hen tot een punkgroep, The Bang Bang, boetseren. Dat lijkt hem behoorlijk te lukken. Tom leert gitaar spelen en Barry zingt. Dan duiken de problemen op. Zoals in veel muziekgroepen zorgt een vrouwelijke groupie voor de spanningen en het uiteengroeien van de muzikanten.
De sf-lezer snapt al na enkele scènes dat er iets niet klopt. Sciencefictionchrijver Brian Aldiss komt in beeld, maar het is een acteur die zijn rol speelt. ‘Brothers Of The Head’ is trouwens de verfilming van Brian Aldiss’ gelijknamige boek.
Andere freaky films waren onder andere de cultfilm ‘Forbidden Zone’ van Richard Elfman en de ‘Freakmakers’ van Jack Cardiff.
De Vrouw Met De Baard
Op vrijdagavond stond er zelfs een live freakshow gepland. Het collectief cirQ uit Gent voerde voor de films hun show op. Je kon je toekomst laten voorspellen. De sterkste man, ‘Das Armlose Wonder’ en de vrouw met baard paradeerden. Of verkies je een massage door de ‘Knedende Damen’?
Op het scherm werden er fragmenten uit ‘Freaks’ gedraaid. Daarna toonden documentaires een amusementspark en circusacts uit een zwart-wit verleden. Kom kijken naar de vrouw met tatoeages of de man met uitpuilende ogen. Een andere circusattractie voerde met maquettes, poppen en marionetten executies uit: de brandstapel van Jeanne d’Arc, de elektrische stoel of de guillotine als didactisch materiaal. Om middernacht was er de Taiwanese geschifte ‘Crippled Masters’ van Joe Law over een Kungfuduo. De ene Kungfumeester heeft geen armen en zijn vriend heeft geen benen.
De kelder van Cinema Nova doet dienst als bar en tentoonstellingszaal. Hier hingen affiches van freakshows op. Aan de ingang stootte je op een muur met krantenartikels over freaks die je wel even naar adem doen happen: de aquariumman, de man met uitpuilende ogen, Siamese tweelingen, mensen met leeuwenmanen en mismaakten met allerhande vreselijke vervormingen.
Tijdens het sluitingsweekend wist Dirk Van Extergem te vertellen dat er volgend jaar een vervolg op het festival komt.
OFFSCREEN
21 februari – 9 maart 2008
Cinema Nova, Arenbergstraat 3, Brussel
Filmmuseum, Ravensteinstraat 60, Brussel
Meer info:
Frank Beckers
Maak jouw eigen website met JouwWeb